Barolo wijn: de wijn van de koningen en de koning van de wijnen
De naam “Barolo” verscheen voor het eerst in 1730: Britse en Italiaanse kooplieden schreven over een overgebleven zoete Nebbiolo rode wijn. Maar in die tijd werden de laat rijpende druiven in de winter moeizaam gefermenteerd. Pas in de 19e eeuw perfectioneerden Franse en Italiaanse wijnboeren de Nebbiolo vinificatie en maakten er de edele Barolo wijn van die we vandaag de dag kennen.
Barolo wijnen: Top-10
De naam en de herkomst
Barolo dankt zijn naam aan zijn plaats van herkomst en teelt: de gemeente Barolo in de Noord-Italiaanse regio Piemonte. Het is een droge rode wijn, die als Italiaanse wijn een van de meest gerenommeerde rode wijnen in Italië en in heel de wereld is.
De druivensoort: de Nebbiolo wijnstok
De wijnt wordt puur geperst uit Nebbiolo druiven. De naam “Nebbiolo” komt van het Italiaanse woord “nebbia”, wat vertaald “mist” betekent. Dit heeft vooral te maken met de witte coating die zich op de bessen vormt als ze volledig rijp zijn. Deze naam werd al in de 13e eeuw schriftelijk vermeld en is sindsdien onveranderd gebleven.
De Nebbiolo druiven hebben enkele karakteristieke kenmerken die de Barolo zijn typische kenmerken geven. Belangrijk voor het rijpingsproces is dat de druiven laat rijpen en relatief vorstbestendig zijn. Dit verklaart onder andere hun houdbaarheid: Nebbiolo wijnen rijpen langzaam, maar verliezen tijdens de opslag niet aan kwaliteit.
De donkere, bijna zwarte bessen bevatten veel tannine, vooral in hun dikke schil, die verantwoordelijk is voor het bijzonder hoge zuur- en tanninegehalte van de wijnen.
De teelt van de wijnrank
De Nebbiolo wijnstok is niet alleen vrij gevoelig voor ziekten, maar ook veeleisend als het gaat om bodem en ligging. De bodem moet kalkhoudend zijn. De helling moet steil en wanneer mogelijk zuidelijk gericht zijn. Dit verklaart waarom de Nebbiolo wijnstok uitsluitend in Italië wordt verbouwd op ongeveer 5250 hectare wijngaarden De Italiaanse regio’s waar de druif wordt geteeld, bevinden zich vooral in het Piemontese gebied.
De rijping
Sinds de jaren tachtig hebben alle Barolo wijnboeren hun eigen bedrijf opgezet, weg van de grotere handelshuizen. Op die manier is het mogelijk om het mengen van individuele Nebbiolo wijnen te vermijden. Dit maakt een betere kwaliteitscontrole en zuiverder wijnen mogelijk.
Een beschermingscomité werd bijeengeroepen om de verschillende benamingen die in de tussentijd zijn verschenen bij te houden, waarvan sommige gebaseerd waren op een geografische verdeling, terwijl andere abstract en bedacht waren. Dit consortium maakt een onderscheid tussen 170 verschillende geografische aanduidingen voor Barolo, maar deze hebben weinig betekenis voor de kwaliteit van de wijn.
Er gelden speciale regels voor de veroudering van de wijn. Als deze niet worden gerespecteerd, kan de verkregen wijn geen Barolo genoemd worden. Zo mag bijvoorbeeld alleen de Nebbiolo worden gebruikt voor de productie. De druiven mogen alleen afkomstig zijn uit de al genoemde regio’s en mogen niet meer dan acht ton per hectare hebben opgeleverd. De wijn moet 38 maanden oud zijn of, voor Barolo Riserva, 62 maanden, waarvan minstens 18 maanden gerijpt in “barriques” (kleine eikenhouten vaten). Na de voorgeschreven opslagperiode mag het gewicht van de verkregen wijn niet meer bedragen dan zeventig procent van het totale gewicht van de oorspronkelijk geoogste druiven.
Barolo Toppers bij Wijnvoordeel
De smaak
Bijzonder kenmerkend voor de zogenaamde “wijn van de koningen en de koning van de wijnen” is de ronde, zure en tannine smaak. Hij heeft ook een vrij hoog alcoholgehalte van minstens dertien procent.
Barolo wijn wordt vaak beschreven als aards, teerachtig of zwaar. In het aroma resoneren verschillende donkere en fruitige tonen zoals:
- bloemen
- zwarte chocolade
- kruiden
- kersen
- drop
- peper
- pruimen
- rozen
- rozijnen
- tabak
- gedroogd fruit
- truffels
- …
De typische Barolosmaak wordt ook bepaald door factoren zoals de grond waarop de druiven geteeld worden of de opslag ervan.