Als je een liefhebber van wijn bent, dan zal het inschenken hiervan na een lange, vermoeiende dag geen onbekend scenario voor je zijn. Vaak doe je dit zonder erbij na te denken, in een willekeurig wijnglas. Maar wist je dat wijnglazen wel degelijk van invloed kunnen zijn op je wijn?

Om deze reden worden wijnglazen vaak ontworpen voor een specifieke soort wijn. De hoogte, breedte en helderheid van het wijnglas kan sterk de smaak en geur beïnvloeden; bij een verkeerd wijnglas komt de wijn wellicht niet goed tot zijn recht, en de smaak minder lekker zijn dan wanneer je de wijn uit een speciaal ontworpen glas drinkt. Hoe een wijnsoort smaakt, wordt bepaald door deze twee belangrijke factoren: de helderheid en de vorm van het wijnglas (dus hoe hoog en breed).

De helderheid van het wijnglas

De term ‘glashelder’ is hier zeker van toepassing, omdat je wijn ook proeft met je ogen. Met een vies, smoezelig glas ziet de wijn er een stuk minder smakelijk uit, en kan er ook door het gebrek aan kleur minder duidelijkheid zijn om wat voor wijnsoort het precies gaat. De smaakbeleving zal hierdoor verstoord worden; bedenk maar eens hoe lekker een wijn eruit ziet in een kristalhelder glas. Daarom is het ook verstandiger om wijn niet te schenken in een gekleurd wijnglas; hierdoor is de kleur van de wijn minder goed te zien, en kan de smaak dus anders zijn.

Wat handige tips voor zo’n helder mogelijke wijnglazen: was ze voorzichtig met de hand in warm water, en laat de glazen aan de lucht drogen. Hierdoor kun je met een zachte doek eventuele vlekken makkelijk verwijderen. Sommige mensen bewaren de wijnglazen ondersteboven in een kast. Dit moet je juist niet doen! Zet ze rechtop voor zoveel mogelijk zuurstof in de kelk van het glas, en voorkom hiermee dat de wijn met het inschenken een muffe smaak krijgt.

De vorm van het wijnglas

Allereerst is de hoogte en de breedte van het glas van belang voor de betreffende wijn. Een wijnglas voor rode wijn heeft een brede kelk en loopt taps toe. Dit omdat rode wijnen soms best zware smaken kunnen hebben, en door de brede vorm van het glas de aroma’s meer vrijheid krijgen. Bij witte wijn of rosé zijn de glazen vaak iets kleiner en ook smaller, omdat de fruitige smaken dan beter tot hun recht komen. Bovendien blijft de wijn hierdoor ook koeler. Mousserende wijnen hebben een nog smaller, langwerpig glas. Denk bijvoorbeeld aan prosecco. Dit glas, een flûte, heeft vaak een klein krasje op de bodem; het mousseerpunt. Hierdoor zullen de bubbels in de wijn niet zo snel verdwijnen, wat wel kan gebeuren door de plotseling aanwezige zuurstof in het glas.

Ook de dikte van het glas is van invloed op de wijn. Een dun wijnglas gaat verder in de mond, waardoor de wijn achterop de tong terechtkomt. Hier zitten de bitter- en zuur gebieden. Een dikker wijnglas zorgt er aan de andere kant voor dat het puntje van je tong als eerste de wijn raakt. Hierdoor proef je gelijk de zoetheid en het fruit in de wijnsoort. Qua materiaal is het verstandig om wijn te drinken uit een kristallen glas. Kristal is namelijk niet gevoelig voor temperatuur, en zorgt er dus voor dat je wijn niet verwarmd wordt. Hierdoor is de smaakbeleving optimaal! Wat tenslotte ook helpt met het behouden van de juiste temperatuur, en wat redelijk logisch is, is de steel van het wijnglas. Dit voorkomt het opwarmen van de wijn, omdat je anders met je handen de kelk vasthoudt. Bovendien zullen er minder vlekken op het glas komen, en dat scheelt wat poetswerk!